Mijn spionnen

Mijn spionnen

Ik heb al enkele jaren twee spionnen in vaste dienst. Zij hebben zich destijds undercover in een schoolklas weten te plaatsen, met uitzicht op ons huis. De spionnen weten mij aan het einde van de dag op de hoogte te brengen van allerlei zaken die zijn voorgevallen rondom ons huis. Zo weten ze mij keurig te vertellen wanneer opa is langs geweest, zichzelf in de garage heeft gelaten en met een niet nader te identificeren object naar buiten is gelopen en is vertrokken. Het gebeurt ook met regelmaat andersom. Dan plaatst opa juist een object in de garage. Ook wanneer de man van de pakketten is geweest, krijg ik een gedetailleerd verslag. Er wordt verteld hoe de man aanbelt, hoe hij vervolgens om zich heen kijkt en nogmaals aanbelt. Onderwijl lacht de spion stiekem, omdat hij of zij reeds bekend is met het feit dat ik even niet thuis ben. Zoals je zojuist hebt kunnen lezen, al met al uitermate betrouwbare spionnen. Het is overigens een taak die zij zich volledig zelf hebben toegekend. Ik attendeer ze er vaak op om toch ook met grote regelmaat naar het schoolbord en juf te kijken, om de schijn hoog te houden.

Afgelopen week werd ik verrast door het feit dat ik blijkbaar nog meer spionnen in dienst heb. Schijnbaar ook undercover en gestationeerd in een klaslokaal. Twee jongens vertellen mij in geur en kleur dat ze gezien hebben dat de man van de vuilniswagen eieren van onze kippen heeft gestolen. Ik zeg dat ze zich vast vergissen en dat de man alleen even heeft gekeken bij de kippen. Ze herhalen hun verhaal met nadruk en vertellen er zelfs bij dat hij een doosje bij zich had, waar de eieren in konden. Nu ben ik niet bekend met het spionage apparatuur dat deze twee tot hun beschikking heeft, maar het lijkt me sterk. Echter zijn zij zelf toch erg zeker van hun verhaal. Het brengt mij enigszins aan het twijfelen. Het deurtje van het hok was ook zomaar dicht. Een verdachte zaak….. Vandaag is het weer ‘bakken dag’. Ik neem de proef op de som. Spionnenverhalen kun je nou eenmaal beter niet zomaar van de hand doen. Ik heb twee eieren in het leghok geplaatst. Klaar om te laten pakken door de vuilnisman en in het doosje te stoppen. Over een uur komt de vuilniswagen. Enerzijds lach ik mijn broek aan flarden om mijn actie, anderzijds ben zó benieuwd……

De caravan

De caravan


Ik ben dol op kamperen, maar heb een hekel aan kou. Daarom hebben wij 6 jaar geleden een kleine caravan aangeschaft. Als je het leuk vindt, mag je vandaag even in onze caravan rond kijken. Als je echter niet van rommel houdt of niet tegen chaos kan, raad ik je aan om nu direct te stoppen met lezen. Dan is dit verhaal niet geschikt voor jou. Als je in onze caravan rondkijkt, vraag je je namelijk altijd af of iemand een kist met al onze spullen erin in het midden van de caravan heeft geplaatst, er vervolgens een stuk dynamiet in heeft geplaatst en het af heeft laten gaan, waardoor al onze spullen op die manier door de caravan zijn verspreid. Daarentegen is het er wel altijd schoon.


Als je de deur opent en binnenkomt, moet je oppassen want anders struikel je over twee paar laarzen en drie paar schoenen. Links om de hoek heb je direct twee bedjes. Stapelbedjes nog wel. De droom van ieder kind. Het zijn smalle bedjes, maar slapen schijnbaar heerlijk. Het bovenste bedje ligt vol met beddengoed, knuffels, een warm vest en nog twee matrasjes voor op het ‘grote’ bed. Het onderste bedje is eveneens gevuld met beddengoed en knuffels. Daarnaast liggen er nu twee kinderjassen, een sjaal en achter in het bedje staat een tas met spelletjes en een tas met kinderkleding. Onder het bedje staat nog een tas met kleding voor volwassenen, een doosje voor de elektra, de slinger voor de pootjes, drie paar slippers en een paar schoenen. Tegen het plafond hangt er een waslijn om de handdoeken te drogen en direct naast het bedjes hangen haken waarop nog twee ‘grote mensen’ jassen hangen. Je kunt je nu misschien al een beetje indenken hoe vol het is in onze caravan. Zeker als je weet dat ik de haken met keukendoeken en de inhoud van de bakken onder het bedje nog niet eens besproken heb. Wat zeg je? Nu ik toch bezig ben, wil je ook wel weten wat er in die bakken zit? Nou oké dan. In de ene bak zit de voortent en in de andere bak zit een grote accu, een tentkleed en een gasstel. Dan hebben we de 80 cm links van de deur wel helemaal gehad. Tegenover de deur is een kleine ruimte met een wc’tje. Misschien wel de netste ruimte van de caravan omdat deze het minst bezocht wordt. Hier liggen ook alle toiletartikelen. De meeste achter een deurtje en enkele in het wasbakje. Naast de kleine ruimte met het wc’tje is een kast. Hierin ligt overdag al het beddengoed van het grotere bed, handdoeken, een emmer en een wasteiltje. Het deurtje kan, met wat moeite, precies dicht. Dan komen we bij het 140 cm brede zit gedeelte, welke ’s nachts tot bed wordt omgevormd. Boven dit gedeelte zitten vakken en kastjes. De kastjes zijn nagenoeg leeg. Hier zou eventueel wat opgeborgen kunnen worden. De open vakken zijn goed gevuld met chips, brood, toast, fruit, boeken, magazines, kleren, snoetenpoetsers en nog wat handige rommeltjes. De vensterbank is gevuld met allerlei knutselspullen. Alles is echt héél makkelijk te pakken. Onder de bankjes zitten weer twee bakken. Natuurlijk wil je ook weten wat daar in zit. De ene bak is gevuld met twee campingstoelen, tafeltjes en opblaasplezier. In de andere bak zit de watertank en is er ruimte waar eventueel ook wat opgeborgen zou kunnen worden. Als je dat zou willen. Dan komen we bij het laatste gedeelte. Direct rechts naast de deur is het aanrecht. Vandaag ziet deze er lekker opgeruimd uit. Op het linker gedeelte van het aanrecht staan een kacheltje en een snelkoker op een plaat, met daaronder drie kookpitjes en daaronder een koelkastje. Het rechter gedeelte heeft een wasbakje en er staat een zeeppompje, een flesje afwasmiddel en een kan met drinkwater. De kastjes erboven en eronder zijn gevuld met keukengerei. Er zou eventueel nog wat eten opgeborgen kunnen worden, maar dat ligt nu lekker handig voor de grijp in de open vakken. Ik hoop dat je het leuk vond om even rond te mogen neuzen en heb je nu een ‘goede’ indruk van onze caravan. Niet groot, rommelig en chaotisch, schoon en lekker warm. Al met al is het een heerlijke plek om te vertoeven en misschien heb ik je zelfs wel weten te enthousiasmeren om zelf te kamperen met een caravan.

Even uitwaaien

Even uitwaaien

Deze week zijn we een weekje kamperen in Callantsoog. Manlief moet helaas werken, maar met zijn drieën kunnen wij ook uitstekend kamperen. Zoals voorspeld is het afgelopen nacht begonnen met stormen. De regen slaat op het dak van de caravan en ik word behoorlijk heen en weer geschud. Het doet een beetje denken aan turbulentie in een vliegtuig. Rustig in en uit blijven ademen en het wordt vanzelf weer ochtend. Rond een uur of 5 draait de wind wat zuidelijker en kunnen er nog een paar redelijk rustige uurtjes geslapen worden.

Als we uiteindelijk opstaan en aan de ontbijttafel zitten, welke een half uur geleden nog als bed functioneerde, wordt het dagprogramma besproken. Iedereen mag voorstellen doen die hem of haar leuk lijken. Het stormt en regent ondertussen nog steeds hard. Zus wil graag een bordspel spelen en broer wil graag ‘gamen’. Ik stel enthousiast voor om bij droog weer bij het strand te gaan kijken. Niet iedereen neemt dit voorstel in eerste instantie even goed op. Het vooruitzicht van chips bij terugkomst haalt de laatste twijfelaar gelukkig snel over. Net na de middag lijkt het erop dat het een tijdje droog zal blijven en dus gaan we ervoor. Gewapend met capuchons, sjaals en wanten zetten we ons beste beentje voor naar het strand. De eerste 1300 meters gaan ons redelijk goed af. We lachen omdat we zo heen en weer geschud worden door de wind. De laatste 200 meters zijn een stuk zwaarder. We worden letterlijk gezandstraald. Ze geven mij beiden een hand en zij lopen achteruit richting het strand. Ik begeleid ze door tussen de spleetjes van mijn oogleden te turen die zich ondertussen proberen te vullen met zand. En dan zijn we er. Eigenlijk wil ik zeggen…op het strand. Maar van het strand is maar heel weinig over. De zee staat ontzettend hoog en de golven komen zelfs tot het strandpaviljoen en blijven maar enkele meters van de duinen verwijderd. De lucht is grijs en grauw, de golven zijn wild en brengen een dikke laag schuim met zich mee. Het schouwspel dat zich voor onze ogen afspeelt, is een waar spektakel om te zien. Het is fantastisch! Dit is met recht even uitwaaien langs het strand! Met de wind, harde regen en zand in onze rug lopen we ontzettend voldaan terug. We begeleiden onszelf met de bemoedigende, in het vooruitzicht gestelde woorden: chips, borrelnootjes, thee, gamen en lezen.

Regenworm versus boekenwurm

Regenworm versus boekenwurm


In en rondom ons huis hebben wij wurmen. Om het huis hebben we regenwormen en in het huis boekenwurmen. Beide soorten observeer ik nu al enkele maanden met grote interesse en ik kan u het volgende vertellen:

Wat uiterlijk betreft zijn er tussen de regenworm en de boekenwurm weinig overeenkomsten. Hoewel beide exemplaren lang en dun kunnen zijn, houden de uiterlijke overeenkomende kenmerken daar eigenlijk wel op. Daar waar de buigzaamheid van de regenworm geen grenzen kent, kennen de boekenwurmen deze zeker wel. Waar de regenworm continu glad en glibberig is, is de boekenwurm dit enkel en alleen ingesopt onder de douche.

Qua gedrag zijn er wel degelijk enkele opmerkelijke overeenkomsten. De boekenwurm vindt het, net als de regenworm, prettig om zich in een fijn hoekje te nestelen. De boekenwurm vindt het vervolgens, gelijk een regenworm, uitermate prettig om zich voor langere duur in deze positie te blijven bevinden. Alleen een sporadisch gekronkel, toont aan dat beide exemplaren nog in leven zijn. Beide soorten houden zich verder zo stil mogelijk, zodat de kans dat zij gestoord worden zich minimaliseert.


De voedingsbehoeftes van beide soorten wormen zijn dan weer zeer verschillend. Daar waar de regenworm vrijwel enkel en alleen volstaat met het nuttigen van grond, hebben de boekenwurmen in dit huis zeer uiteenlopende behoeftes. Deze boekenwurmen nuttigen veelal boeken over paarden en paardenmeisjes, voetbal, avonturen van Pinkeltje en Pinkelotje, Freekjes en uiteraard Penny’s. Daar waar het voedsel van de regenworm in onze tuin eenvoudig voor handen is, is er tegenwoordig een digitale weg om in de behoeften van de boekenwurm te kunnen voorzien. Een groot geluk. Tot dusver: regenworm versus boekenwurm.

Hoe lief ze verder ook zijn

Hoe lief ze verder ook zijn

Het is zondagmorgen. Ik zit mij de hele ochtend al te verkneukelen. Ik overweeg om op een blocnote te schrijven wat ik maandagmorgen allemaal zal gaan doen. Waarmee ik zal beginnen. Ondanks dat maandag echt mijn schoonmaakdag van het huis is, ga ik morgenochtend geheel in relaxstand doorbrengen. Van ongestoord even wat opruimen naar ongestoord even wat computerwerk verrichten. Van het ongestoord even wat opzoeken naar het ongestoord even wat boven rommelen. Ohw en weet je wat, ik houd een lange pauze waarbij ik even ongestoord een kopje thee ga drinken en ook het toilet, bezoek ik ongestoord. Heerlijk. Met een grijns bedenk ik wat ik allemaal nog meer ongestoord zal kunnen doen…. Hoe lief ze verder ook zijn.

Niemand die mij morgenochtend vraagt wat ik aan het doen ben, niemand die mij vraagt of ik even bij een som wil helpen. Niemand die mij vraagt om even wat drinken te pakken, niemand die mij vraagt om even een appeltje met kaneel te maken. Niemand die mij vraagt waar zijn of haar potlood ligt, niemand die mij vraagt waar het rekenboek is…. Hoe lief ze verder ook zijn.

En dan geheel aan het einde van de dag, word ik in mijn dromen gestoord. De scholen sluiten morgen hun deuren door de sneeuw, het is toch ongehoord. Ik begrijp het wel, maar voel mij verstoord. Ineens liggen alle plannen overboord, in de kiem gesmoord. En daarom dat ik het maar even verwoord…. Hoe lief ze verder ook zijn.

Let’s twist again

Let’s twist again

Vandaag mag je even met mij mee naar de fysiotherapeut. Ohw, maak je maar niet ongerust hoor. Niets ernstigs. Er zit al een paar jaar een zenuwknoop onder mijn voet en deze belemmert mij ondertussen steeds meer in mijn dagelijkse bezigheden. Dus tijd om ermee aan de slag te gaan. Na uitgebreid onderzoek op het internet kom ik uit bij een voetenspecialist in Spaarndam. Een mooi uitje zo in deze tijd, al zeg ik het zelf.

De fysiotherapeute en ik stellen onszelf aan elkaar voor. We praten over mijn probleem en ze vraagt of ze mijn voetenprobleem mag gebruiken voor haar opleiding. Daarvoor zullen er wel enkele foto’s van mijn voeten en mij in het geheel in ondergoed gemaakt moeten worden. Ze geeft aan dat ze niet op het internet zullen worden gepubliceerd. Gelukkig heb ik mijn lange onderbroek aan en mag ik mijn hemd aanhouden. Daarnaast draag ik mijn mondmasker. De kans dat ik herkend zal worden of er überhaupt aantrekkelijk uitzie en de foto’s mogelijkerwijs tegen mij gebruikt zullen worden, acht ik al met al uitermate klein. Voor akkoord dus. Vervolgens mag ik mijn loopje aan haar laten zien. De fysiotherapeute merkt een twist op in mijn beide enkels. Dit verbaast mij eigenlijk helemaal niets. Ik overweeg om haar te vertellen dat ik ontzéttend goed kan twisten. Tevens overweeg ik een klein showtje ten tonele te brengen. Ten behoeve van het onderzoek laat ik beide toch maar achterwege. Vervolgens mag ik nog wat opdrachtjes uitvoeren. Nu trekt ze de soepelheid van mijn heupen enigszins in twijfel, waardoor ik weer opnieuw overweeg om toch even een stukje voor haar te twisten. Na mij en mijn mooie voeten uitgebreid bestudeerd te hebben, is haar beeld gevormd en gaat ze me behandelen. Bij binnenkomst in de behandelkamer werd mijn aandacht al direct getrokken door een soort grote zilveren wijnstop met daarnaast een rubberen hamer die ook bij mijn man op de werkbank ligt. Samen vormen ze een soort martelwerktuigjes. Alsof ik de goden verzocht heb door mijn blik erop te laten vallen, reikt zij naar het martelgereedschap. Ik ontvang enkele ferme tikken van de wijnstop en hamer en na nog wat getrek, geduw en geknak aan mijn voeten mag ik weer een stukje lopen. Ik merk direct een verschil. Ook de fysiotherapeute constateert positief verschil en verwacht dat ik binnen enkele weken duidelijke verbetering zal moeten ervaren. Na nog enkele puike gadgets aangeschaft te hebben voor mijn oefeningen thuis, stap ik tevreden in de auto. Ik ben ervan overtuigd dat ik binnen enkele weken mijn dagelijkse bezigheden weer zonder belemmeringen kan uitvoeren. Oftewel: 🎵‘Come on, let’s twist again, Twistin’ time is heeeere!’🎵

Sneeuw

Sneeuw

De voorspellingen zijn er! Er wordt gejuicht! Eindelijk is het weer eens zover. Er is sneeuw op komst. De voorspellingen op het weerbericht zien er goed uit. Het lijkt er toch echt op dat ze komen. Sneeuwvlokken! Zowel de kinderen als de ouders in dit huis zijn er dol op. Alle voorbereidingen worden getroffen, want om 13.00 gaan ze vallen. En dan zijn wij er klaar voor.

Het is 13.00. Dikke handschoenen, mutsen en sjaals liggen klaar. Waar mogelijk ook een paar snowboots en uiteraard de slee. Het wachten is daar. De eerste sneeuwfoto’s stromen binnen via de app. Er is inderdaad sneeuw in Nederland, maar de foto’s komen vanaf een locatie in Zeeland. Dat is nog een stuk bij ons vandaan. En dus gaan we verder met wachten. Tijdens het wachten wordt ondertussen opnieuw de buienradar geraadpleegd. De sneeuwvoorspellingen voor Wervershoof zijn opgeschoven naar half 4. Dat betekent nog minstens twee uur wachten. Eerst de tijd maar eens met andere bezigheden vullen. En dan, dan komt toch het moment. Daar zijn ze. De sneeuwvlokken. Door de kinderen wordt er direct buiten gespeeld. De slee wordt erbij gepakt en de sneeuwschep wordt ergens opgeduikeld. Na een uur ligt er een dusdanig laagje sneeuw, dat ook de ouders zich naar buiten begeven. Er wordt direct gestart met een flink sneeuwballengevecht. Bijzonder overigens dat dochterlief altijd direct bij mijn man in het team wil. Na de sneeuw uit mijn ogen en nek geveegd te hebben, gaan we op pad. Op naar de bergen van Wervershoof. Over het prachtig witte voetpad móét de slee voort gesjord worden met een kindje erop. Het is bijna onmogelijk, het laagje sneeuw is te dun. Maar de pret is er zeker niet minder om. Al snel staan we bovenop een berg. We proberen te bedenken of we nog hogere bergen in Wervershoof kennen, maar we kunnen ze even niet bedenken. Gelukkig is deze daling toch ook zeker een meter of 4 á 5. We duwen de kinderen om de beurt van de berg af. Het is koud, het is donker. De wind die snijdt in onze gezichten, maar het enorme plezier dat we aan deze sneeuw beleven, verwarmt ons voorlopig van top tot teen.

Kindje uitlaten

Kindje uitlaten

Het thuisonderwijs is weer begonnen en dus zijn we gezellig de hele dag met elkaar thuis. Broer en zus hebben veel aan elkaar tijdens het thuisonderwijs van groep 4 en zijn vaak goede vrienden, maar soms wringt het hier en daar ook wat deze dagen. Dus stel ik voor om na het middageten met één van de twee een rondje te gaan wandelen. Dan kan zus even zonder vervelende broer relaxed tv kijken en broer even zonder zussen geneuzel met zijn moeder mee. Het rondje dat we gaan wandelen is 4,5 kilometer en ik adviseer broer om op de fiets mee te gaan. Broer is echter vastbesloten om op het stuntstepje mee te gaan. Ik laat me verrassen….

Het rondje begint vrolijk kwebbelend. Onderwijl wordt er voortdurend met het stepje gestunt. Er wordt gesprongen en er wordt geslipt met het achterwiel, waarbij de achterkant van het stepje tijdens het slippen wegdraait. Ik dacht tot vandaag dat dit alleen met een fiets kon, maar blijkbaar kan dit ook met een stepje. Vervolgens zie ik broer tegen het stuur van zijn stepje leunen met zijn armen wijd gespreid. Een gelijksoortig beeld van Kate Winslet voorop de Titanic doemt in mijn gedachten op. Nog een verrassing. We spelen het spel ‘de kleur, de kleur is’ en ondertussen wordt er vrolijk verder gestept en gewandeld. Bij de wildroosters wordt er meerdere malen geprobeerd of je er overheen kan rollen met de step, maar dat lukt echt niet. Na nog een verrassende superstunt, waarbij het voorwiel in een gleuf van de weg komt in plaats van eroverheen, komen we bij het fietspad met schijnbaar een slalomparcours in het midden. Er wordt lustig tussen de wegstrepen door geslalomd. Het fietspad is nogal heuvelachtig en boven op de eerste heuvel is er een nieuwe verrassing bedacht. Als moeders nou achterop de step gaat staan en broer voorop, kunnen we samen de heuvels af. Dat hoef je mij geen tweede keer te zeggen. Direct sta ik achterop en gaan we samen de komende heuvels af. En dan zijn we zomaar alweer thuis. Al met al een zeer verrassende en verfrissende ronde moet ik zeggen, zowel lichamelijk al geestelijk.

Oma van vroeger

Oma van vroeger

De laatste weken moet ik zomaar met regelmaat aan mijn oma van vroeger denken. Eigenlijk vooral aan de logeerpartijtjes bij oma. Mijn oma was rond de leeftijd van 63 toen ik mocht blijven logeren en ik was rond de leeftijd van 7. Mijn oma was toen al een echte oma. Bril op, gepermanent haar en een rok aan met daarop een truitje of een bloesje. Als ik bij mijn oma bleef logeren, mocht ik voor het slapen gaan in de keuken mijn tanden poetsen. Boven mijn hoofd vlamde de geiser dan op als ik heet water gebruikte om mijn handen en gezicht te wassen. Via een soort gestoffeerde vlizotrap ging ik vervolgens naar boven. Aan de rechterkant van de vlizotrap hingen gordijntjes om de kastjes die daarachter zaten af te schermen. Boven op de overloop, lag achter mij de slaapkamer waar mijn ooms vroeger met zijn drieën sliepen. Recht voor mij uit was de slaapkamer met vloerbedekking als een lapjesdeken. Hier hadden mijn moeder en vijf tantes altijd geslapen en hier mocht ik slapen. De kamer was iets groter dan mijn eigen kamer thuis, waar ik in mijn eentje sliep. Boven was het in mijn herinnering altijd ijskoud, maar oma stopte mij in onder een laken met daarop verschillende wollen dekens en een fijne warme kruik.

Mijn oma was geen oma die mij mee naar de kermis nam, mee op vakantie nam of grote cadeaus gaf. Nee, met mijn oma speelde ik Scrabble, speelde ik oneindig keer het spelletje “hoogste blad”, leerde ik bloemen van kralen en dun ijzerdraad maken en loste ik samen kruiswoordpuzzels op met behulp van het grote dikke puzzelwoordenboek. Mijn oma was een oma waar ik meestal in mijn eentje naar toe ging. Een oma die mij dan vervolgens haar volledige aandacht gaf. Als we samen een rondje gingen wandelen, liepen we ‘pinkie pinkie’. Daar hield oma zo van, omdat ze zo ook altijd met mijn opa liep. Mijn oma deed altijd kalmpjes aan, want dan brak het lijntje niet, zei ze. Zo op zijn tijd, als daar reden toe was, stopte ze mij met een gelukzalige glimlach een gulden toe. Vooraf aan het eten bij oma, was ik altijd even stil, want bidden deed mijn oma altijd trouw. Mijn oma leerde mij dat overal waar ’te’ voor stond niet goed was, behalve ‘tevreden’. En dát was precies wat mijn oma was, een tevreden lieve oma.

Het mondkapje

Het mondkapje

Ik hoor je gelijk al denken: ‘Ze gaat het toch niet over het mondkapje hebben hè?!’ Ja, nou zeker wel dat ik het even over het mondkapje ga hebben. Het wordt namelijk de hoogste tijd dat ik daar eens wat beter over ga nadenken. Niet over het correcte gebruik hoor, of over het wel of niet nuttig zijn. Gewoon over het mondkapje zelf. Maar eigenlijk vooral over ‘de persoon achter het mondkapje’.

Het begon allemaal vrij onschuldig. In het begin zag ik mensen in de supermarkt meestal weggooi mondkapjes dragen, maar ook wel stoffen mondkapjes. Zelf ben ik gelijk een stoffen mondkapje gaan dragen. Het mondkapje is voor mij een gebruiksobject wat ik niet leuk vind, maar wat moet en een stoffen mondkapje kun je wassen en hergebruiken. Daaropvolgend zijn mijn eerste gedachtes over ‘de persoon achter het mondkapje’ ontstaan. Mijn gewassen en uitgewrongen mondkapjes, drogen namelijk ontzettend gekreukt op. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik niet van strijken houd, met als gevolg dat ik een gekreukt mondkapje naar de winkel draag. Als ik dan een persoon zie met een keurig mondkapje, vraag ik mij af of die persoon het mondkapje niet wast of dat die persoon het mondkapje strijkt. Het maakt mij oprecht nieuwsgierig naar ‘de persoon achter het mondkapje’. Een tijdje later werd deze nieuwsgierigheid naar ‘de persoon achter het mondkapje’ opnieuw gewekt. Ik zag iemand achter de kassa met een zwart mondkapje en een kanten randje eromheen. In mijn ogen een vrij pikant mondkapje. Ik krijg er haast nog blosjes van op mijn wangen als ik bedenk dat ik soortgelijk kant draag, maar dan met andere doeleinden. Wat voor persoon durft zo een pikant mondkapje te dragen in het openbaar? Wie is ‘die persoon achter dat mondkapje’? Vandaag trof ik een persoon met een mondkapje dat voor mij de kroon spande. Een oudere dame met een mondkapje vol fonkelende diamantjes. Echt bling bling. Naast haar voel ik mij een beetje gewoontjes als ‘persoon achter mijn mondkapje’. Misschien loop ik een beetje achter en wordt het de hoogste tijd dat ik mij meer in de mondkapjes mode ga verdiepen. Mijn eigen modestijl in mijn mondkapje laat terugkomen. Gekreukt, verzorgd, pikant of fonkelend met diamantjes? Wie wil ik zijn ‘als persoon achter het mondkapje’?